Podcast: Juridisch de juiste wegen zoeken als er veel op het spel staat
Emilie van der Lans was te gast in de Business Unusual podcast van BOLD. Samen met de host Nart Wielaard en bedrijfsjuriste Petra de Wild ging zij in gesprek over de juridische aspecten bij grote bedrijfsmatige veranderingen.
Als er veel op het spel staat – bijvoorbeeld bij een herstructurering – richten managers en ondernemers zich van nature op de operaties en de strategie. Maar als je belangrijke beslissingen neemt is het ook zaak om de juridische aspecten goed op het netvlies te krijgen. Hoe zorg je dat de emotie van managers of ondernemers niet de overhand krijgt? Hoe ga je om met de ondernemingsraad? En hoe voorkom je dat quick & dirty beslissingen toch duur uitpakken? In de nieuwe aflevering van de podcast Business Unusual gaat Nart Wielaard in gesprek met advocate Emilie van der Lans en bedrijfsjuriste Petra de Wild.
Beluister de podcast via:
- Spotify: https://lnkd.in/gcs93ek
- Apple Podcasts: https://lnkd.in/gcwET-7
Dubbel gestraft bij niet voldoen aan re-integratieverplichtingen
Een werkgever moet een werknemer twee jaar loon betalen bij ziekte. Gedurende die periode moeten werkgever en de werknemer zich inspannen voor re-integratie. Wanneer het UWV oordeelt dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende waren, kan een zogenaamde loonsanctie worden opgelegd. Dat betekent dat de werkgever gedurende een periode van maximaal 52 weken extra het loon van een werknemer moet doorbetalen en ook de re-integratie voortduurt.
Uit een recente uitspraak volgt dat een werkgever naast de loonsanctie ook het risico loopt dat hij wordt veroordeeld tot het betalen van een billijke vergoeding als hij niet voldoet aan zijn re-integratieverplichtingen. In dit geval moest de werkgever een billijke vergoeding betalen van € 200.000,- bovenop de al betaalde transitievergoeding van € 74.000,-.
Wat was er aan de hand?
De werkgever, Aldi, had in mei 2019 toestemming gekregen van het UWV om de arbeidsovereenkomst van een langdurige zieke werkneemster op te zeggen. De werkneemster werd gepest en geïntimideerd op het werk door haar leidinggevende. Aldi had eerder al van het UWV een loonsanctie opgelegd gekregen, omdat zij te laat aan de slag ging met de adviezen van de bedrijfsarts.
De ex-werkneemster liet het er echter niet bij zitten. Zij vond dat Aldi ernstig verwijtbaar jegens haar had gehandeld, waardoor ze nu met langdurige arbeidsongeschiktheid kampt.
Het hof oordeelde dat voor het aannemen van ‘ernstig verwijtbaar handelen’ een hoge drempel geldt, maar dat in dit geval Aldi ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Aldi heeft te veel fouten gemaakt tijdens de re-integratieperiode. Zo had Aldi beter haar best moeten doen om tot een mediation te komen, nadat een eerdere poging mislukte omdat de leidinggevende van de vrouw niet wilde meewerken. Ook was Aldi te laat met het verlenen van toestemming aan de ex-werkneemster om een gespecialiseerd psycholoog in te schakelen. Daarnaast koos het bedrijf ervoor om de leidinggevende die van pesten werd beschuldigd als re-integratiemanager in te zetten, hetgeen de re-integratie van de vrouw aanzienlijk bemoeilijkte. Verder werden ook andere adviezen van de bedrijfsarts onvoldoende opgevolgd. Kortom, een grovelijke veronachtzaming van Aldi’s re-integratieverplichtingen, aldus het Hof. Aldi wordt veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 200.000,-
Wat betekent dit?
De bovenstaande uitspraak onderstreept nogmaals hoe belangrijk het is om als werkgever te voldoen aan de re-integratieverplichtingen. Als werkgever kun je dus niet alleen te maken krijgen met een loonsanctie, maar ook worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding als blijkt wanneer je ernstig tekortgeschoten bent tijdens de re-integratie.
Ik verwacht dat de bovenstaande uitspraak leidt tot een toename aan procedures van werknemers die verzoeken om een billijke vergoeding nadat de werkgever een loonsanctie heeft opgelegd gekregen. Toch zal enkel het feit dat er een loonsanctie is opgelegd niet voldoende zijn voor de veroordeling tot betaling van een billijke vergoeding. Er moet meer aan de hand zijn, zoals in dit geval, een opeenstapeling van fouten tijdens de re-integratie.
Concurrentiebeding in een tijdelijk contract: gewoon doen!
Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (WWZ) is de hoofdregel dat in een tijdelijk contract geen concurrentiebeding mag worden opgenomen. De regering vindt namelijk dat er sprake is van een ‘dubbel nadeel’ wanneer een werknemer met een tijdelijk contract na afloop van dit contract wordt belemmerd om ergens anders aan de slag te gaan.
Maar ook hier geldt, de uitzondering bevestigt de regel. Een concurrentiebeding in een tijdelijk contract mag wél als ‘het beding noodzakelijk is vanwege ‘zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen’. Dit moet dan blijken uit de schriftelijke toelichting die bij het beding is opgenomen. Uit de gekozen bewoording volgt al dat de lat hoog ligt. Het beding moet noodzakelijk zijn en de belangen zwaarwegend. Dat is nogal wat.
Ondanks deze strenge eisen, is het advies in de praktijk vaak om tóch een concurrentiebeding op te nemen in een tijdelijk contract. De reden? Allereerst het ‘afschrikwekkende effect’. Een concurrentiebeding, met een boete op overtreding, zorgt ervoor dat (ex-)werknemers niet zomaar overstappen naar een concurrent.
Maar daarnaast blijkt uit recente rechtspraak dat zo’n beding stand houdt bij de rechter (het Gerechtshof Amsterdam). Hiervoor is wel vereist dat sprake is van een goede en uitgebreide toelichting bij het beding waaruit blijkt dat dit artikel écht nodig is en ook welke belangen er zijn. Het is slim om het artikel zo te motiveren dat het aansluit bij de specifieke kenmerken van het bedrijf en de functie.
Recente rechtspraak
De zaak waarover de rechter oordeelde ging over een detacheringsbureau voor technisch geschoolde vakmensen. De werknemer zat in zijn tweede tijdelijke contract, dat op zijn verzoek eerder was geëindigd. In zijn arbeidsovereenkomst stond een concurrentiebeding, met onder meer de volgende motivatie:
In de functie van consultant zal werknemer toegang hebben tot al dan niet vertrouwelijke bedrijfsgegevens en knowhow van werkgever, waaronder toekomstige bedrijfsstrategie(ën) en plannen, prijsstellingen, winstmarges (…etc). Werkgever heeft er een zwaarwegend belang bij om te voorkomen dat werknemer zowel gedurende als na afloop van de arbeidsovereenkomst voornoemde bedrijfsgegevens aanwendt (..). Het bedrijfsdebiet van werkgever bestaat uit kennis van contacten en relaties. Deze kennis stelt haar in staat haar activiteiten uit te oefenen (..).”
Opvallend is dat deze motivatie niet heel specifiek is of bijzonder is. Wat er in dit beding staat, zal op veel ondernemingen en functies van toepassing kunnen zijn. De rechters vonden echter dat het beding voldoende onderbouwt op grond van welke bedrijfsbelangen dit beding noodzakelijk is.
In het beding wordt volgens de rechter precies omschreven van welke bedrijfsspecifieke informatie de werknemer in zijn functie kennis kreeg en voor een bedrijf in het bemiddelen tussen potentiële werkgevers en potentiële werknemers, is het van groot belang dat zowel informatie over haar werkwijze als over degenen die zij te werk stelt als informatie over potentiële opdrachtgevers wordt beschermd, aldus de rechter. De ex-werknemer moest het detacheringsbureau uiteindelijk een boete betalen van € 100.000,-.
Conclusie
Hoewel de regering strenge eisen heeft gesteld aan een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd, blijkt in de praktijk dat het toch zin kan hebben zo’n beding op te nemen en dat het ook stand kan houden bij de rechter. Denk wel aan een goede motivatie bij dit beding en stop hier wat tijd en energie in. Daarmee vergroot je de kans op succes aanzienlijk.
(Dit is een kopie van onze gastblog op PW.)
Grip houden op medewerkers in coronatijd
Nu thuiswerken de nieuwe norm is, wordt er een nieuwe manier van werken én leidinggeven gevraagd. Niet iedere medewerker is geschikt om thuis te werken en kan goed omgaan met de vrijheid die daarbij komt kijken.
Wij krijgen steeds meer vragen van werkgevers die te maken hebben met medewerkers die ‘de kantjes er vanaf lopen’. Ze zijn lastig bereikbaar onder werktijd, staan in een winkel als je ze belt, ze komen niet ‘opdagen’ tijdens digitale meetings of staan op ‘mute’ en participeren niet actief. Wat kun je daar nu aan doen?
Arbeidsovereenkomst ontbonden
Vorige maand heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld over een medewerker die de kantjes er afliep in coronatijd. Het betrof een medewerker in de buitendienst van een commercieel bedrijf. Door de coronacrisis werden klantbezoeken geannuleerd. De medewerker vulde deze vrijgekomen uren echter niet op met andere werkzaamheden, maar maakte slechts werkdagen van zo’n vijf uren, zo bleek uit de registratie van zijn aanwezigheid. Op sommige werkdagen werd er zelfs helemaal niet ingelogd. Bovendien bleek uit de analyse van zijn zakelijke telefoon dat de medewerker onder werktijd in één maand tijd 45 gesprekken van in totaal bijna zes uur met zijn vriendin heeft gevoerd. De rechtbank ontbond daarom de arbeidsovereenkomst van deze medewerker.
Discipline en zelfstandigheid
Succesvol thuiswerken vraagt discipline en zelfstandigheid. Hoe krijg je het voor elkaar om de medewerker op afstand bij de les te houden? Hieronder een aantal tips.
- Het begint met het maken van duidelijke afspraken. Wat verwacht je van medewerkers in deze tijd? Bijvoorbeeld: wij verwachten dat je op tijd aanwezig bent voor jouw digitale overleggen. Maak ook afspraken over beschikbaarheid en bereikbaarheid. Deze afspraken kunnen als vanzelfsprekend aanvoelen, toch is het goed om energie te stoppen in het communiceren en vastleggen van verwachtingen. Juist omdat er in deze bijzondere tijd discussie kan ontstaan over wat wel en niet toelaatbaar is, is het van belang om vooraf duidelijk te zijn.
- Op het moment dat medewerkers zich niet houden aan de afspraken, spreek ze hier dan op aan. Wees hierin ook consequent. Hierbij moet in deze tijd wel extra aandacht zijn voor de situatie van de betreffende medewerker. Is er een reden voor zijn afwezigheid? Hoe is de thuiswerksituatie en zijn er bijvoorbeeld stressklachten als gevolg van de nieuwe werksituatie. Ga hier eerst samen het gesprek over aan.
- Heeft dit geen resultaat en is er sprake van disfunctioneren, dan kan er – ook op afstand – gestart worden met een verbetertraject. Een verbetertraject terwijl een medewerker thuiswerkt is in de meeste gevallen gewoon mogelijk, maar het vraagt wel om wat aanpassingen:
-
- Creëer een (wekelijks) actieplan voor de medewerker welke digitaal kan worden gemonitord en besproken. Het is belangrijk dat het verbeterplan concrete en resultaatsgerichte afspraken bevat. Minder goed meetbaar werk moet meetbaar worden gemaakt.
- Plan digitale begeleidingsgesprekken in waarbij de medewerker verslag kan doen van de voortgang en je als werkgever vinger aan de pols kunt houden.
- Bedenk hoe je op afstand de medewerker kan begeleiden in dit traject. Gedacht kan worden aan scholing, interne of externe begeleiding of coaching. Dit kan digitaal plaatsvinden.
- Evalueer de afspraken en kom tot een conclusie over het functioneren van de medewerker.
(Dit is een kopie van onze gastblog op PW.)
Het herplaatsingsonderzoek: tips & tricks voor de praktijk
Het staat in iedere vaststellingsovereenkomst bij ontslag: ‘de werknemer kan niet worden herplaatst in een andere passende functie’ of ‘een herplaatsingsonderzoek heeft geen resultaat gehad’.
Het herplaatsingsonderzoek is één van de voorwaarden voor een rechtsgeldig ontslag. In de wet staat dat een werkgever niet alleen een goede reden moet hebben voor ontslag, maar ook dat hij moet onderzoeken of een werknemer binnen een redelijke termijn, eventueel met behulp van scholing, herplaatst kan worden in een andere passende functie.
In de praktijk zien wij echter vaak dat werkgevers het herplaatsingsonderzoek overslaan. En dat is zonde. Het onderzoek kan allereerst leiden tot een succesvolle herplaatsing van een werknemer. Maar daarnaast leidt het níet uitvoeren van een herplaatsingsonderzoek tot onnodige risico’s voor werkgevers. Een ontslag kan bijvoorbeeld achteraf ongeldig worden verklaard, als er geen herplaatsingsonderzoek is verricht door de werkgever.
Dit gebeurde in een zaak die speelde bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. In deze zaak was er geen herplaatsingsonderzoek verricht door de werkgever. De rechter vond dat van de werkgever tenminste had kunnen worden verwacht dat hij samen met de werknemer had geïnventariseerd welke functies er mogelijk passend waren. Vervolgens had de werkgeer na de inventarisatie binnen haar bedrijf en elders in het concern moeten onderzoeken of dergelijke functies beschikbaar waren of binnen redelijke termijn zouden komen. Nu de werkgever dit niet had gedaan, oordeelde de rechter dat de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer met terugwerkende kracht moest worden hersteld en ook het loon moest vanaf die datum weer worden betaald.
Stop daarom wat energie in het herplaatsingsonderzoek. Het voorkomt gedoe achteraf.
Tips & tricks
Maar hoe voer je een herplaatsingsonderzoek uit? Hieronder een aantal nuttige tips & tricks:
- Het herplaatsingsonderzoek is een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Het is verplicht om onderzoek te doen naar de herplaatsingsmogelijkheden, maar iemand hoeft niet daadwerkelijk te worden herplaatst in een andere functie.
- Voer het herplaatsingsonderzoek uit in overleg met de werknemer. Dit is belangrijk, want een eenzijdig uitgevoerd herplaatsingsonderzoek is niet voldoende. Inventariseer met de werknemer welke functies mogelijk passend zijn en bespreek dit in ieder geval één keer met elkaar.
- Maak een verslag van het herplaatsingsonderzoek. Zo is duidelijk en aantoonbaar dat het onderzoek is uitgevoerd.
- Voer het herplaatsingsonderzoek altijd uit, ook als er bijvoorbeeld sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Het feit dat de verhoudingen zijn verstoord, ontslaat een werkgever niet van het doen van een herplaatsingsonderzoek.
- Is er sprake van een concern? Dan moet er concern breed worden gekeken. Dit geldt ook voor herplaatsingsmogelijkheden bij buitenlandse vennootschappen. Voor een Nederlandse vennootschap is het echter niet (steeds) mogelijk om plaatsing van een werknemer bij een buitenlandse zustermaatschappij af te dwingen. De werkgever moet zich wel inspannen voor herplaatsing, bijvoorbeeld door een werknemer voor te dragen bij een buitenlandse zustermaatschappij.
Heb je concrete vragen over het herplaatsingsonderzoek? Dan kun je altijd vrijblijvend contact opnemen.
(Dit is een kopie van onze gastblog op PW.)
Do’s en don’ts bij controleren thuiswerkers
Nog steeds werken de meeste mensen thuis als gevolg van de coronamaatregelen. Werknemers lijken over het algemeen positief over thuiswerken. En ook werkgevers er zien de voordelen van in. Tegelijkertijd vinden werkgevers het lastig om goed zicht te houden op wat hun werknemers thuis doen.
In de VS is zogenaamde ‘gluurprogrammatuur’ in opkomst. Dit is speciale software die op werklaptops en -telefoons kan worden gezet waarmee je als werkgever kunt controleren wat jouw werknemers doen, bijvoorbeeld door het aantal toetsaanslagen te meten, om de zoveel minuten een schermafbeelding te maken van de computers of door foto’s te nemen via hun webcamera’s. Maar ook in Nederland zijn er werkgevers die van werknemers verwachten dat ze de hele dag ‘ingeklokt’ blijven in videovergaderingen, zodat gecontroleerd kan worden of ze wel werken.
Maar hoe zit dit juridisch? Wanneer is het controleren van personeel toegestaan en met welke voorwaarden moet een werkgever rekening houden?
Voorwaarden controleren medewerkers
Uit de rechtspraak en de wet zijn vijf voorwaarden te onderscheiden:
- De werkgever moet werknemers van tevoren informeren over de controle die gaat plaatsvinden. Ook moeten werknemer vooraf geïnformeerd worden over welk gedrag is toegestaan en wat is verboden. Dit kan bijvoorbeeld met gedragsregels of in een protocol.
- De werkgever moet een legitiem doel/gerechtvaardigd belang hebben bij de controle. En dit belang moet zwaarder wegen dan de privacy van de werknemer.
- Het doel moet niet op een minder ingrijpende manier kunnen worden nagestreefd. Dat wil zeggen: de controle moet noodzakelijk zijn op de gekozen wijze.
- De werkgever is verplicht om rekening te houden met vertrouwelijke communicatie van de werknemer. Zo mag een werkgever op afstand geen e-mails van de thuiswerker inzien die als privé zijn gemarkeerd.
- Tot slot geldt dat de voorafgaande instemming van de ondernemingsraad (OR) nodig is, als er binnen het bedrijf een OR is.
Legitiem doel versus privacy
Maar is ‘gluurprogrammatuur’ toegestaan? Dit hangt af van de specifieke situatie bij de werkgever. Allereerst is het dus van belang met welk doel de werkgever wil meegluren. Het controleren van werktijden of het bijhouden van productiviteit kán een legitiem doel zijn, alleen al omdat je er als werkgever op moet toezien dat werknemers niet te veel werken. Maar dit doel zal niet zonder meer opwegen tegen het belang van privacy van de werknemer Zeker niet als een werkgever heeft gekozen voor een gluurmethode waarvan de privacyimpact groter is, bijvoorbeeld doordat er ook privégegevens zichtbaar zijn (zoals bij een screenshot of foto).
Ook zal het niet altijd gemakkelijk zijn om aan te tonen dat een gluurmethode noodzakelijk is. In veel gevallen zal het doel, de controle van productiviteit van werknemer, ook op een andere manier bereikt kunnen worden. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over output of door regelmatig in gesprek te gaan met werknemers.
Vorm met zo min mogelijk impact
Toch kunnen er werksituaties zijn waarin het lastig is om controle te houden op het werk, bijvoorbeeld als een manager een heel groot thuiswerkteam moet aansturen of verantwoordelijk is voor functies waarvan output lastig te meten is. En dan zou ‘gluurprogrammatuur’ een uitkomst kunnen bieden. Overweeg je om controlesoftware in te zetten, houd je dan aan de stappen zoals hiervoor beschreven. En kies voor een vorm met zo min mogelijk impact op de privacy van de werknemer.
Als je het mij vraagt, is vertrouwen beter dan controle. En kan ‘gluurprogrammatuur’ alleen worden ingezet in hele bijzondere situaties, waarin niets anders effectief is.
Wat zijn jullie ervaringen? Hoe houden jullie controle op thuiswerken en contact met jullie teams?
Aanvraagperiode NOW 2.0 ingegaan
Veel ondernemers ondervinden nog altijd de consequenties van de maatregelen door het coronavirus.
Op maandag 6 juli is daarom de tweede aanvraagperiode NOW ingegaan. Werkgevers kunnen tot en met 31 augustus 2020 opnieuw een tegemoetkoming NOW aanvragen. De tweede tegemoetkoming NOW is voor een periode van 4 maanden.
Deze NOW 2.0 is een verlenging van de huidige NOW-regeling. Iedere werkgever kan NOW 2.0 aanvragen, ook als je geen gebruik hebt gemaakt van NOW (1.0).
Kort samengevat blijft de hoogte van de maximale tegemoetkoming onder NOW 2.0 gelijk, namelijk een maximale tegemoetkoming in de loonkosten van 90% van de loonsom (bij een omzetverlies van 100%).
Wat is er veranderd?
- Onder de huidige NOW-regeling kon een tegemoetkoming worden aangevraagd voor een periode van 3 maanden. Onder NOW 2.0 wordt deze periode verlengd naar 4 maanden en kunnen werkgevers voor de periode juni t/m september 2020 een tegemoetkoming voor de loonkosten aanvragen.
- De omzetdaling wordt vastgesteld over een driemaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. De omzetdaling wordt vergeleken met de omzet over geheel 2019 gedeeld door 3 en beoordeeld wordt of er sprake is van een omzetverlies van ten minste 20% in vergelijking met 2019. De systematiek van de eerste NOW periode wordt daarbij dus gevolgd.
- De referentiemaand voor de loonsom is voor NOW 2.0 vastgesteld op maart 2020 en als die gegevens niet beschikbaar zijn met de maand november 2019.
- Er wordt in NOW 2.0 aan werkgevers de inspanningsverplichting opgelegd om hun werknemers te stimuleren zich bij te scholen of om te scholen.
- Ondernemingen die een vergoeding van € 125.000,00 of meer, of een voorschot van € 100.000,00 of meer ontvangen mogen over 2020 geen winstuitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen aan het bestuur en directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen.
- De opslag op de loonkosten wordt verhoogd van 30% naar 40%. Deze opslag is voor onder andere vakantiegeld, pensioenpremie en andere werkgeverslasten.
- De verplichting om geen ontslag aan te vragen blijft gehandhaafd, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Wij lichten dit hieronder verder toe.
De ontslagboete
De verplichting om geen bedrijfseconomisch ontslag aan te vragen blijft zoals gezegd dus bestaan, maar de korting op de NOW-subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Dat betekent dat de subsidie gekort wordt met 100% van de loonsom van de werknemer waarvoor het bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd, over het loon van die werknemer wordt geen vergoeding verkregen. Deze ontslagboete vervalt dus, maar er komt een anti-misbruik bepaling voor terug.
Bedrijven die meer dan 20 mensen om bedrijfseconomische redenen ontslaan, ook wel een collectief ontslag genoemd, en hier geen akkoord over hebben bereikt met de vakbonden of ondernemingsraad krijgen te maken met een ontslagboete. Deze boete zal een bedrag zijn van 5 % van het totale bedrag dat een bedrijf aan loonkosten van de overheid ontvangt.
Heb je vragen over de NOW 2.0 of over reorganisaties of herstructureren? Wij adviseren ondernemers hun route te bepalen in deze crisis. Neem gerust contact op met ons via info@wesselvanderlans.nl of via 023-303 46 98.
Geld terug van UWV voor transitievergoeding zieke werknemer
Sinds 1 april kunnen werkgevers de transitievergoeding die zij aan zieke werknemers betalen terugvragen bij het UWV. De regeling geldt ook voor transitievergoedingen die zijn betaald vóór 1 april 2020. Doen dus, want dit is een goede manier om wat extra financiële middelen te krijgen in deze lastige tijd.
De vier belangrijkste vragen over deze regeling worden hieronder voor je beantwoord.
1. Wie komt in aanmerking voor compensatie?
Om in aanmerking te komen voor de compensatie moet er worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De arbeidsovereenkomst van de zieke werknemer is geëindigd wegens langdurige (langer dan twee jaar) arbeidsongeschiktheid per 1 juli 2015 of later.
- De werknemer was bij het eindigen van het dienstverband nog ziek.
- Er is een transitievergoeding betaald aan de werknemer.
Opvallend aan de regeling is dat ook ambtenaren onder de regeling kunnen vallen als die sinds 1 januari een arbeidsovereenkomst hebben en voldoen aan de hierboven vermelde regels.
2. Hoe hoog is de compensatie?
Voor de hoogte van de compensatie geldt het volgende:
- Is de transitievergoeding die werknemer en werkgever hebben afgesproken lager dan de wettelijke transitievergoeding dan is de compensatie niet hoger dan wat partijen hebben afgesproken.
- De compensatie kan niet hoger zijn dan wettelijke maximum dat geldt voor de transitievergoeding, op dit moment een bedrag van € 83.000 bruto.
- De betaalde werkgeverspremies worden niet vergoed.
3. Wat heb ik nodig voor het aanvragen van de compensatie?
Bij het aanvragen van de compensatie vraagt het UWV altijd om de volgende documenten:
- De arbeidsovereenkomst van de werknemer aan wie een transitievergoeding is betaald en de loonstroken waaruit de hoogte van het betaalde loon kan worden afgeleid.
- Bewijs waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is beëindigd. Te denken valt aan een vaststellingsovereenkomst, de uitspraak van de rechter of een opzeggingsbrief.
- De gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen.
- Bewijs dat de volledige transitievergoeding betaald is en op welke datum dat dan is gedaan. Dit kan bijvoorbeeld worden bewezen door bankafschriften.
4. Hoelang heb ik de tijd voor de aanvraag?
Werkgevers die compensatie willen aanvragen hebben hier beperkt de tijd voor. De datum van de betaling van de transitievergoeding bepaalt tot wanneer de compensatie kan worden aangevraagd. Als de transitievergoeding volledig is betaald vóór 1 april 2020 dan kan de compensatieaanvraag tot en met 30 september 2020 worden gedaan. Is de transitievergoeding op of na 1 april 2020 betaald, dan moet de aanvraag binnen 6 maanden vanaf het moment van betaling worden gedaan.
(Dit is een kopie van onze gastblog op PW.)
Werkgevers kunnen compensatie transitievergoeding aanvragen
Reminder voor werkgevers! Vorder geld terug van UWV met de Regeling compensatie transitievergoeding.
Zieke werknemers een ontslagvergoeding betaald? Sinds 1 april 2020 kunnen werkgevers compensatie bij het UWV aanvragen voor de betaalde transitievergoeding. De regeling geldt ook voor transitievergoedingen die zijn betaald op of na 1 juli 2015 en vóór 1 april 2020. De regeling werkt dus met terugwerkende kracht. Ook ambtenaren vallen onder de regeling.
Wat zijn de voorwaarden voor compensatie?
Om in aanmerking te komen voor de compensatie moet er worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De arbeidsovereenkomst van de zieke werknemer is geëindigd wegens langdurige (langer dan 2 jaar) arbeidsongeschiktheid.
- De werknemer was bij het eindigen van het dienstverband nog ziek.
- Er is een transitievergoeding betaald aan de werknemer.
Welk bedrag wordt door UWV gecompenseerd?
De vergoeding op basis van Regeling Compensatie Transitievergoeding kan behoorlijk oplopen. De hoogte van de compensatie is afhankelijk van de lengte van het dienstverband, de hoogte van het salaris en het bedrag dat aan de werknemer is betaald. Het gaat in de meeste gevallen om de volledige aan werknemer betaalde transitievergoeding.
Wessel Van der Lans Advocaten helpt werkgevers om de betaalde transitievergoeding terug te vorderen. Wij nemen het volledige proces van de aanvraag over. We doen dat voor een vaste prijs. Neem contact op om de mogelijkheden te bespreken.
Hulp nodig bij het beëindigen van het dienstverband?
Is er sprake van een lopende arbeidsovereenkomst met een (langdurig) zieke werknemer? Of zijn er nog slapende dienstverbanden? Dan helpen wij om het contract te beëindigen door middel van het opstellen van een vaststellingsovereenkomst en /of de UWV ontslagprocedure.
Let op. Er is een deadline!
Werkgevers die compensatie willen aanvragen hebben hier beperkt de tijd voor. De datum van de betaling van de transitievergoeding bepaalt tot wanneer compensatie kan worden aangevraagd. Voor transitievergoedingen die zijn betaald vóór 1 april 2020 kan tot en met 30 september 2020 compensatie worden aangevraagd. Is de transitievergoeding op of na 1 april 2020 betaald dan moet de aanvraag binnen 6 maanden na de betaaldatum zijn ingediend.
Heb je vragen? Laat het ons weten! Je kunt ons bereiken via info@wesselvanderlans.nl of 023-303 46 98.
NOW of toch reorganisatie?
Wil je gebruikmaken van de NOW-regeling dan kun je hier de belangrijkste voorwaarden vinden. Toch zal de NOW-regeling niet voor iedere ondernemer de juiste oplossing zijn, zodat soms een reorganisatie de voorkeur verdient boven de NOW. Maar wanneer is dit handig? Wij krijgen hier veel vragen over van ondernemers.
Loonsom januari 2020 niet representatief
De subsidie op grond van de NOW wordt gebaseerd op de loonsom over januari 2020. Voor sommige bedrijven is de loonsom over deze maand echter helemaal niet representatief, bijvoorbeeld bij sterk seizoensgebonden werk. De subsidie zal in dat geval een stuk lager uitvallen dan het bedrag dat je werkelijk nodig hebt. Immers, in geval van hogere loonkosten dan in januari 2020 wordt de subsidie niet verhoogd.
Omzetvergelijking pakt niet goed uit
De omzetdaling van 20% wordt bepaald aan de hand van een referteperiode van drie maanden, gelegen ergens tussen 1 maart en 31 juli. De omzet in deze periode wordt vergeleken met de jaaromzet over 2019, gedeeld door 4. Het kan zijn dat de uitkomst van deze vergelijking niet representatief is voor de schade die een onderneming lijdt als gevolg van het coronavirus, bijvoorbeeld omdat een ondernemer normaal gesproken 50 tot 70% van zijn omzet in de maanden maart tot en met mei behaald. Deze ondernemingen komen niet aan het minimale omzetverlies van 20%, terwijl er wel degelijk sprake is van groot omzetverlies. Onder meer kwekers en tuinders hebben hier last van.
Ook voor heel recent gestarte ondernemingen biedt de NOW vaak geen uitkomst.
De toekomst
Jouw eigen toekomstverwachtingen spelen ook mee voor de vraag of de NOW uitkomst biedt. Het kabinet doet er alles aan om bedrijven te overtuigen dat ze een beroep op de NOW moeten doen. De NOW-regeling biedt mogelijk een oplossing voor dit moment, maar we weten nog niet wat de toekomst brengt. Een structurele oplossing kán daarom de voorkeur verdienen. Daarnaast kan het nog lang duren voordat er een definitief besluit is over de vaststelling van de NOW-subsidie, zodat het soms toch aantrekkelijker is om een reorganisatie door te voeren.
Aangescherpte voorwaarden ontslagaanvraag UWV
Let er wel op dat als je in het kader van een reorganisatie een ontslagvergunning vanwege bedrijfseconomische redenen gaat aanvragen bij het UWV je bij de aanvraag moet motiveren waarom de NOW-regeling voor jou geen uitkomst biedt. Dit geldt voor aanvragen die zijn ingediend na 2 april. Het UWV zal dit terughoudend toetsen.
De NOW kan worden aangevraagd tot en met 31 mei 2020. Als het financieel haalbaar is, kan je overwegen nog even te wachten met je NOW-aanvraag. Je hebt dan nog tijd om af te wegen of je gebruik gaat maken van de NOW-regeling of toch kiest voor reorganisatie.
Tot slot, mocht je nog twijfels of vragen hebben over de NOW of over reorganiseren dan kun je die altijd aan ons stellen. Neem gerust contact op met ons via info@wesselvanderlans.nl of via 023-303 46 98.