Hogere beloning mannelijke beveiliger levert discriminatie op

Helaas worden vrouwen nog altijd minder betaald dan mannen, ondanks de wettelijke verplichting die rust op werkgevers om mannen en vrouwen gelijk te belonen. Al jaren lang wordt er gestreden om dit probleem op te lossen maar met een loonkloof van 13% is er nog een hele weg te gaan. Recentelijk is er weer een stap in de goede richting gezet met een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens (oordeel 2024-34). 

Een vrouwelijke beveiliger bij defensie ontdekte 4 jaar na het tekenen van haar arbeidsovereenkomst dat een mannelijke collega, in dezelfde functie, hoger was ingeschaald bij indiensttreding dan zij. De vrouw stelde zich op het standpunt dat haar werkgever hierdoor een verboden onderscheid maakt op grond van geslacht, zonder goede reden.  

De rechtbank, waar de vrouw tegelijkertijd een procedure had lopen tegen haar werkgever, wees haar verzoek om het salaris met terugwerkende kracht aan te passen af. De mannelijke beveiliger had bij zijn aanstelling 7 jaar meer werkervaring dan de vrouw. Zijn laatstverdiende salaris mocht dan ook als één van de factoren voor inschaling worden meegenomen. 

Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde anders. Aansluiten bij het laatstgenoten salaris kan geen rechtvaardiging opleveren voor beloningsverschillen wanneer gelijkwaardige arbeid wordt verricht. De hoogte van het laatstgenoten salaris zegt niets over de kwaliteit en waarde van de uitgevoerde arbeid. Dit verschil kan bijvoorbeeld  worden veroorzaakt doordat werknemers afkomstig zijn uit een sector waar de salarissen in algemene zin hoger liggen. Deze maatstaf kan zelfs tot gevolg hebben dat de bestaande loonverschillen tussen mannen en vrouwen in stand worden gehouden. Het is dan ook geen neutrale maatstaf. 

Ten aanzien van het verschil in werkervaring oordeelt het College dat niet is in te zien waarom de mannelijke beveiliger over een betere basis zou beschikken dan de vrouw. Beiden hadden namelijk geen relevante werkervaring in de beveiligingsbranche. De vrouw had zelfs een opleiding tot beveiliger gevolgd met 300 uur beroepspraktijkvorming, terwijl de man dit niet had. 

Het College oordeelt dat de werkgever een verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van geslacht door de vrouw voor haar gelijkwaardige arbeid lager te belonen dan haar mannelijke collega. 

De vrouw heeft hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep tegen de beschikking van de rechtbank. Met het oordeel van het College op zak maakt zij een grote kans dat haar werkgever toch het loonverschil moet gaan terugbetalen, ofwel vrijwillig ofwel na uitspraak door de hogere rechter. Er is nu namelijk openbaargemaakt dat de werkgever heeft gediscrimineerd en in veel gevallen volgt de rechter dit oordeel of wordt het geschil alsnog achter de schermen opgelost ter voorkoming van verdere reputatieschade.